Gelopen op donderdag 2 augustus 2012 met Jeroen en nog een paar bergwandelaars Na een goede nacht sta ik om 08.00 uur paraat voor mijn eerste donderdagwandeling. Wandelstokken kon ik lenen van Jeroen. De die-hards van Idro verzamelen zich voor een bergtocht in de buurt van Madonna di Campiglio. We zijn met zijn negenen plus berggidsen Wiepkje en Ugo. We poolen met een paar auto's en ik beland - in het echt gebeuren dingen die je in een boek wat gezocht zou vinden- bij een Nederlander die 200 meter van ons huis in Nederland afwoont. Moet je 1000 km van huis zijn om een buurman van een straat verderop te ontmoeten....!?
De weg naar het noorden is rustig, van de regio Lombardije naar Trentino. Een echt wintersportgebied is deze westelijke uitloper van de Dolomieten. Om kwart over tien gaan we aan de wandel. De slogan 'depadenopdelanenin ' is beter te vervangen door 'detoppenopdekammenover'. We gaan steil omhoog over een smal en begroeid paadje. Ugo loopt in een langzaam en gestaag tempo. Ik probeer in zijn voetsporen omhoog te lopen, terwijl het zweet al snel over mijn rug en gezicht loopt en mijn hartslag verdriedubbelt. Heimelijk kijk ik naar de anderen: hebben zij dat ook en hoor ik ook hun gehijg of is dat alleen het mijne? Maar al snel besluit ik dat ik me wil concentreren op mijn eigen wandeling. Vergelijken laat ik los. Denk niet aan hoever het nog zal zijn, waar ik in hemelsnaam aan begonnen ben en wanneer de eerste pauze zal zijn. Met dank aan de levenswijsheden van Simone Ahwina. En kijk, daar volgt de beloning voor mijn mentale ommekeer: edelweiss op ons pad.
En zo lukt het om te genieten ondanks de blaar op mijn linkerhiel en het steentje in rechterschoen. We passeren de boomgrens en belanden bij een maanlandschap met louter steengruis. We zitten op 2610 meter! Wat een piekmoment, smsen (er is bereik!) met het thuisfront. Die dobberen op een bootje en eten een ijsje. En hier sta ik op geweldige hoogte, badend in het zweet, maar met brede grijns mijn appeltje peuzelend en genietend van het uitzicht. Als we weer verder trekken is er geen mogelijkheid om het uitzicht te bewonderen. Alle aandacht is nodig voor de meter voor je,waar je de schoen neerzet. Een uitglijder is zo gemaakt, en hier niet zonder gevaar. Over gruis, stenen en rotsen schuifelen we terug. De stokken geven houvast, en zijn me soms tot last als ik hurkend van een rots afdoet. Iedereen helpt elkaar. Hartverwarmend.
Jeroen is - net als ik- meer in zijn element met dalen dan stijgen. Er is nu ook meer adem om gesprekken te voeren, al lopen we wel in een rijtje achter elkaar. Op 2200 meter zit Rifugio Graffer. We schuiven aan de picknicktafel op het terras. Terwijl we wachten op de lasagne, observeren we de wandelaars waarvan sommigen zelf geklommen hebben, en anderen relaxed uit de gondel komen stappen. Zelden zo'n lekkere pasta gegeten; alles zou me op dit moment uitmuntend smaken. Eindelijk tijd het steentje uit mijn schoen te verwijderen. En na de café Americano, espresso, cappuccino of café grappa vervolgen we onze weg. Die is eenvoudig: onder de kabelbaan door over de groene skipiste. Laatste keer dat ik in zo'n kabelbaan was, was in Venlo in april op de Floriade De slotkilometers gaan door het bos, waar verse mest gestort wordt voor een authentieke natuurbeleving met alle zintuigen.
500 meter voor we bij de auto's zijn begint het te spetteren. Zeer, zeer voldaan, stap ik in. Nu begint het moment waar ik vanochtend al naar uitkeek. De schoenen uit, de kilometers in de benen, vanuit een rijdende auto het landschap bewonderen. Ik ben bang dat ik verkocht ben voor de donderdagwandelingen van Idro. Zeker als ik later de statistieken hoor: een van de zwaarste wandelingen, meer dan duizend meter gestegen en gedaald over een afstand van 20 km. Nu morgenochtend nog even de duizend meter zwemmen - het Idromeer in de breedte heen en weer- en dat piekmoment neemt niemand me weer af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten