Op zondagochtend is het rustig op de snelweg. Met nevel boven de weilanden en een roze schijn over de bomen, nader ik Zwolle. Aafke heeft de koffie (ja graag, nog steeds zwart) klaar staan. We drinken onze mok leeg, terwijl we de wandelschoenen aantrekken en het rugzakje/ heuptasje vullen.
Als we bij de P&R van station Ommen arriveren, blijken we niet de enige te zijn die uit een auto stappen met het Pieterpadboekje in de hand. Geen wonder, want het is een zondag in de herfstvakantie en het belooft een zonnige dag te worden. Wel koud. Snel op pad dan maar. Na enkele meters ervaren we al de gastvrijheid van het Pieterpad: een kist met eitjes! Een warm eitje om kwart over tien in de ochtend is ons te veel van het goede. Maar het gaat om het ideeeeee.
We hebben hetzelfde looptempo. Aafke herkent allerlei plekken van het fietsen, al dan niet met kinderaanhangfiets. Voor mij is dit eigenlijk onbekend terrein. Wat een prachtig gebied alweer, zeker in deze herfstkleuren. Er zijn onderweg allerlei soorten paddenstoelen. De vliegenzwam kennen we in elk geval bij naam. Aafke en ik fotograferen erop los.
Opvallend zijn ook de sjieke wegwijzerpaaltjes met onder andere het Pieterpadsymbool. Is dat door een rijk Landschap Overijssel? Aafke blijkt donateur, en ik van het Geldersch Landschap, en Wendeline is het van het Utrechts Landschap. Hoort blijkbaar bij een Pieterpad-ganger?
We missen geen paaltje. En al zou je er een missen, er lopen (wel een beetje jammer) meer wandelaars dezelfde route. Op letterlijk en figuurlijk hoogtepunten in de route, stromen de gezinnen samen, inclusief honden en buggies. Zo houden wij de vaart erin. Langs een oude waterpomp en langs misschien de grootste zwerfkei van Nederland. Helaas missen we hier de afslag van de theeschenkerij de Lemelerberg. Maar goed, koude handen hebben we niet meer. En al pratend heb je niet door hoe snel de kilometers gaan.
Ook het laatste stuk is echt natuurschoon: beukenbossen met namiddag-zon erop, en een stroompje water met daarop gevallen bladeren. Sprookjesachtig. De sprookjeskabouter staat verderop in een boom.
We naderen Hellendoorn, want horen over de lege maisvelden het gegil vanuit achtbanen van Avonturenpark Hellendoorn. In Hellendoorn eindigt deze etappe. Ik weet niet of dit dorp zich altijd profileert als heksendoorn, of dat dat is vanwege de naderende Halloween. De heksendoorn-taart staat in de etalage van het bakkerij- en ijsmuseum. En aan de lantaarnpalen hangen heksenhoeden.
We bekijken er het beeld van Johanna van Buren, dichteres hier geboren. Een gedicht is gegraveerd op de glazen deur van de protestantse kerk. Een Hellendoornse vrouw komt bezorgd op ons af: of we weten dat er vandaag geen openbaar vervoer rijdt... Ja, gelukkig waren we daar op voorbereid. Even later komt Theo met de auto er aan. Hij haalt zijn race-fiets uit de achterbak om naar Zwolle terug te fietsen. Wij rijden via Ommen ook terug naar Zwolle. De wangen rood van de zonnige dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten